Het trekken aan de lijn.
In de les, maar ook daar buiten, ons terrein zie ik vaak mensen die worden voort getrokken door hun honden. En dat zijn niet alleen onze Border Collies. Het is vaak om te lachen, maar eigenlijk is het een treurig schouw spel. Want zeg nou zelf, als je wordt voort getrokken door je hond en je thuis komt met pijnlijke handen en lamme armen, kun je toch niet meer zeggen, ik heb lekker gewandeld. Het trekken aan de riem tijdens een wandeling is, samen met het niet willen komen, het meest voorkomende probleem van een hondeneigenaar.
Op veel hondenscholen wordt de "volg" oefening gebruikt [ook bij ons, maar in de puppy klas en de E.G.1 wordt ook vel aandacht besteed aan het “wandelen”met de hond] om de hond te leren dat hij netjes naast de eigenaar moet lopen. "Volgen" is echter een appeloefening, die flink wat concentratie van de hond op de baas vereist. Wanneer u het "volgen" wilt gebruiken om er voor te zorgen dat de hond tijdens de gewone wandeling niet aan de lijn mag trekken betekent dit dus dat de hond tijdens de hele wandeling goed op zijn baas moet letten. Geen enkele hond kan zich hiervoor zo lang genoeg concentreren, en daarom gaat het onderweg wel vaak mis.
Laten we eens dit probleem eens nader gaan bekijken.
Wanneer iemand aan uw arm gaat trekken wat doet u dan automatisch? Terug trekken. Spanning op de lijn veroorzaakt ook bij veel honden verzet tegen de lijn of koppig op de grond gaan liggen.
Een tweede oorzaak is het gedrag wat uw hond vertoont is leuk en wordt van zelf beloont. Hoezo zult u denken ik beloon hem toch niet.
Nee, niet bewust, maar door dat de hond dat gene bereikt, namelijk zo snel als mogelijk bij die ene hond/plek/lantarenpaal te zijn is al beloning genoeg. Wat we dus moeten proberen is dat de beloning weg valt, iets waar je geen effect mee teweeg brengt, daar stop je direct mee. Dus gedrag dat nooit beloond wordt is zinloos en het zal dus vanzelf verdwijnen. Het is van groots belang dat de hond nooit beloond wordt voor het trekken aan de riem. Ook niet als u een keer bevangen wordt door medelijden ("maar hij moet zo nodig, laat hem maar voor deze keer"). Zodra een pup aan de lijn loopt, hoort men hier al serieus aan te gaan werken. Fysiek zijn ze wel nog niet in staat om hard te trekken, doch als mevr. /mijnheer groot is wel. Je begint in de tuin of huis te oefenen, dus niet gelijk op de lange wandeling. Dit doe je als het kan zeker z'n 10 maal op een dag. Korte training sessies. Veel spelen en werken met het dier dan vindt hij U interessanter dan de andere honden.
Op het moment dat de hond aan het einde van de lijn komt en trekt houd jij de pas in en bevriest als het ware zodat de hond geen stap verder meer komt. Vervolgens is het aan de hond om uit te vinden wat hij moet doen om weer beweging in u te krijgen. Negeer de hond dus, ga bijvoorbeeld in de lucht staan kijken .Zodra de hond stopt met trekken (en dat moment komt echt, want hij komt zo immers nergens) krijgt hij een beloning van u: een prijzend woord, een knuffel of iets lekkers. Dus trekken = stoppen !
Op het moment dat u de aandacht heeft gaat u weer verder. Als de hond nu weer trekt: stoppen, bevriezen en van voor af aan beginnen. In het begin zult u meer stil staan dan lopen, maar laat u zich daar door niet ontmoedigen.
Ook kunt u het tegen over gestelde doen wat de hond wil. Wanneer de hond de ene kant op wil loopt u resoluut de andere kant op.Maar ga nu niet als een gek alle kanten op lopen dat is dus helemaal fout. Ook uw tempo van lopen kunt u heel afwisselend maken, langzaam, snel.....achter uit lopen.
Tenslotte voor erg hardleerse honden, raad ik een "gentle-leader" aan om te gebruiken. Dit is een klein tuigje dat om de kop van de hond gaat, vergelijkbaar met een halter bij een paard. De riem wordt aan dit tuigje bevestigd, en het effect is dat, zodra de riem strak komt te staan, wordt de kop van de hond opzij gericht. Omdat een hond meestal zijn neus achterna gaat, en die neus nu een andere kant op wijst, heeft trekken geen zin meer. Geef er alleen geen harde ruk aan het gevaar dat je zijn/haar nekt breekt is dan aanwezig. Ik wens u veel succes en veel door zetting vermogen toe, maar geloof mij het werkt echt.
Informeer altijd ook even bij uw instructeur van uw hondenschool.
Het benaderen van een vreemde hond
Als liefhebber van de Border collie hond boezemen onze robuuste viervoeters ons geen angst in. De postbode of de buurvrouw denkt daar wellicht heel anders over. En wat te doen met mensen die bang zijn van honden? De Border collie hond is weliswaar een lieve hond maar niet elke hond is zo vriendelijk en enthousiast. Mensen onderling maken contact door met elkaar te praten en elkaar een hand te geven. Maar hoe doe je dat bij een vreemde hond? Hier een paar tips voor het benaderen van een onbekende hond.
Bij het benaderen van honden is het belangrijk om de regels die voor honden onderling van kracht zijn in het oog te houden. Het benaderen van een onbekende hond moet rustig en vriendelijk zijn, maar zeker beslist en met zelfvertrouwen. De hond moet jou kunnen zien en horen; praat vooral rustig met de hond en probeer op die manier contact te maken. Het is heel belangrijk om geen plotselinge bewegingen te maken en de hond niet van bovenaf te benaderen maar neer te hurken bij kleine honden. Vergeet daarbij niet altijd iets groter te zijn dan de hond. Bij een benadering van bovenaf kan een kleinere hond dit als bedreigend ervaren omdat hij altijd veel kleiner is dan een volwassen persoon. Reageert de hond niet met agressief of angstig gedrag dan kun je de hond laten ruiken aan je platte hand. Vervolgens kun je een hand langs de zijkant van het hoofd bewegen naar de hals om hem te aaien. Aaien over de neus wordt door veel honden als onprettig ervaren bij een eerste benadering omdat dit in de hondentaal een teken van dominantie is. Als hond A bij hond B een poot of kop over de neus of schedel van hond B legt betekent dat "hond A zegt dat hij de baas is".
Reageert de hond wel agressief of angstig, doe dan rustig een stapje terug zodat je de dreiging wegneemt en laat de hond verder met rust.
Deemoedplasjes
Maar ook....
Jonge pups tot 12 maanden hebben vaak nog onvoldoende controle over hun blaasspier. Wanneer deze honden dan erg opgewonden geraken, b.v. omdat de baas thuiskomt en deze gelijk aandacht geeft aan het vrolijk opspringende pupje. Kan de hond door zijn enthousiasme plas laten lopen. Dit noemen we dan het vreugde plasje. Straffen heeft in dit geval echt geen zin , het werkt eerder averechts. Als u de hond zou straffen, begrijpt hij niet waarom en hij wordt eerder angstig en schichtig ten opzichte van u. Met als gevolg, nog meer plassen.
Het beste is wanneer u thuis komt, de hond negeren. En eerst na 5 min. hem bij u roepen en knuffelen.
Maar maak er ook weer geen al te uitbundige begroetingsceremonie van.
Maar ook....
Als een hond ouder dan 6 maanden, die onderdanig, deemoedig, van aard is, zal zijn baas willen laten weten dat hij de baas als ranghogere ziet.
De hond heeft allerlei manieren om dit signaal af te geven zoals: plat op de rug liggen, likken, oren naar achteren draaien, staart onder zijn buik leggen en ook deemoedplassen horen hier bij.
Deemoedplassen is vanuit de hond bezien een onderwerping gebaar naar zijn hogere in dit geval zijn baas baas. Een bevestiging naar de baas dat hij zich zelf als lagere ziet. Deemoedplasjes mag u daarom dan ook nooit bestraffen!
De hond zal absoluut niet snappen dat u boos bent.
Als u de hond wel zou straffen zal het deemoedplassen alleen maar toenemen. Omdat de hond denkt dat hij niet duidelijk naar u is geweest.
Hoe dit gedrag in te dammen?
Er zijn wel een aantal manieren om het deemoedplassen bij uw hond te verminderen. De meeste zijn gebaseerd om uw hond in persoonlijkheid op te bouwen zich sterker te voelen.
- Kijk de hond niet recht in de ogen aan, wanneer u binnenkomt. Aankijken is voor een hond een dominant handeling. Hij zal hierop reageren met een deemoedplasje.
- Aai uw hond niet over zijn kop maar eerder in zijn hals. Ga ook niet over hem heen hangen , staan. Alle gebaren van bovenaf zijn voor een hond n.l. weer dominante handelingen.
- Negeer de hond als u thuis komt. En begroet de hond pas na een minuut of 3-5.
- Geef de hond een lekker brokje als u binnenkomt maar negeer hem verder geheel.
Wees een superconsequente baas[maar niet extra de boeman uithangen],dit geeft de hond zekerheid en houvast. Daarnaast kunt u een cursus gehoorzaamheid volgen. Let wel dat de methodes vriendelijk zijn. Dus niet de trek en hang hem op methoden.
Hoe voorkom ik voerbak nijd?
Het is belangrijk dat de hond weet dat hij zijn voerbak niet hoeft te verdedigen. Het is namelijk verschrikkelijk vervelend als je absoluut niet in de buurt van de hond kunt komen als hij eet. Nu is het zo dat in de natuur ook de allerlaagste in de rangorde altijd het voer dat hij heeft mag verdedigen. Desnoods met hand en tand. Dit betekent dus dat wij vanaf pups af aan al heel vroeg moeten LEREN dat dit niet nodig is. Sterker, we kunnen hem leren dat hij er alleen maar beter van wordt als we in de buurt komen. Dit is natuurlijk veel plezieriger en eigenlijk is het een heel gemakkelijke oefening. Het gaat ook nu weer om de verwachting die geschapen wordt als wij in de buurt komen. Is de hond bang dat hij zijn eten kwijtraakt dan kan voerbak agressie ontstaan. Weet hij dat we er iets heel lekkers aan gaan toevoegen, dan zal hij graag een stapje achteruit doen.
Apart eten geven
Hier moeten we vanaf de eerste dag mee aan de gang gaan. Voerbak agressie wordt namelijk al aangeleerd als de pups nog maar net geboren zijn en er "gevochten" wordt om de tepel waar het meeste melk uitkomt. Dit zit er dus al heel snel in. Hiernaast wordt deze voerbak agressie ook nog wel eens versterkt als de fokker te kleine bakken met voer neerzet waaruit alle pups zelf hun deel moeten veroveren. Het zou dus verstandig zijn als de fokker alle pups uit afzonderlijke bakjes te eten geeft.
Wat wij doen ieder een eigen bakje.
Oefenen
Met het bovenstaande heeft u natuurlijk niet zo heel veel te maken want dit heeft allemaal plaatsgevonden toen u de pup nog niet in huis had. Maar nu is hij wel bij u en u moet dit leerproces gaan omkeren. De eerste paar keer gaat u gewoon op de grond zitten terwijl u de pup zijn eten geeft. U zit er gewoon naast en er gebeurt niets. U kunt dit overigens lekker vaak oefenen want een pup moet nog vaak eten. De volgende stap is dat u naast de hond zit en wat lekkers in uw hand heeft. U brengt die hand naar de bak en laat de hond hieraan snuffelen. Natuurlijk krijgt hij het dan ook. Einde oefening tijdens deze etensbeurt. De keer daarop doet u dat lekkers, terwijl de hond al eet, in zijn bak. Hij zal nu eerst dat lekkers opeten en vervolgens weer met zijn voer doorgaan. Einde oefening. Oefen dit een paar keer.
Verlatingsangst
Waarom hebben sommige honden verlatingsangst?
Men dacht vroeger dat wanneer de hond de meubels vernielde, blafte of urineerde dit deed omdat hij boos was dat we weg gingen of dat hij niet opgevoed was. Maar tegenwoordig weten wij wel beter. De hond leidt aan: scheidingsangst of verlatingsangst.
Waar kun je deze symptomen van scheidingsangst herkennen?
Normaal is de hond heel lief en handelbaar als hij bij de baas is. Maar als hij alleen gelaten wordt komen één of meerdere van de volgende symptomen voor:
- Vernieling (bijten, graven…)
- Plassen e/o ontlasting
- Blaffen, janken
Een andere typisch gedrag is dat de hond de baas overal op de voet volgt, en van streek raakt als hij alleen wordt gelaten.
Praat er eens over met een gedragstherapeut ,instructeur of dierenarts als u denkt dat uw hond hier last van heeft. Zij kunnen u en uw hond verder helpen.
Kan mijn hond genezen van scheidingsangst ?
Ja, je kunt met een uitgestippelde therapie er zeker wat aan doen. Doet u dat niet, dan zal de scheidingsangst zich verergeren. Gelukkig bestaat er nu naast de therapie ook een geneesmiddel genaamd CLOMICALM® welke de angst bij de hond weg kan nemen. Maar ook de eigenaar hoeft zich geen zorgen meer te maken als hij zijn hond alleen laat.
CLOMICALM wordt sinds het eind van de jaren '80 door veterinaire gedragsspecialisten gebruikt voor de behandeling van scheidingsangst. Het is uitgebreid getest en voldoet aan dezelfde hoge standaardeisen waaraan humane middelen voldoen. Ook wordt en dat is zeker zo belangrijk goed verdragen door honden.
Hoe leer ik dat mijn Border Collie autorijden geen probleem gaat vinden?
Autorijden is eigenlijk voor de meeste Border Collie geen probleem. Een Border Collie vind het leuk om bij zijn baas te zijn en om met zijn baas mee te mogen. Als u vanaf de eerste dag dat u uw pup in huis hebt autorijden een leuk uitje laat zijn, zal een Border Collie snel graag met de auto mee willen. Probeer de eerste autoritten niet te lang te laten zijn en beloon hem daarna uitbundig en doe iets leuks; een korte wandeling; speel even met hem; geef een brokje.
Zorg ook dat uw pup een aantal goede autorit ervaringen achter de rug heeft voor dat u de eerste keer naar de dierenarts gaat. Sommige honden associëren het autorijden met een minder prettige ervaring bij de dierenarts.
Ook volwassen honden die niet van autorijden houden is door middel van training nog goed resultaat te bereiken. Dit door veelvuldige positieve ervaringen aan de auto te koppelen. Begin met klein stapjes.
Hoe kan ik het beste mijn hond in de auto vervoeren?
Voor een hond geldt het zelfde als bij een kind. Los in de auto is gevaarlijk! Hij kan u afleiden en bij plotseling remmen is een hond een levensgevaarlijk projectiel en loopt hij zelf ook gevaar.
Een hond hoort daarom in de auto in de open kofferbak (zonder hoedenplank)of bij een stationcar helemaal achterin. U dient in beide gevallen een hondenrek of net te plaatsen en het is zeer aan te bevelen om uw hond aan de lijn vast te zetten, zodat hij bij uitstappen niet onverwachts, door bijvoorbeeld schrikken de weg op kan rennen.
Ook bestaat er tegenwoordig een hondengordel waardoor het mogelijk is om de hond op de achterbank te vervoeren.
Mijn hond wil maar niet zindelijk worden. Wat doe ik niet goed?
Een pup heeft een natuurlijke drang om zijn nest niet te bevuilen. Het moet dus leren dat zijn 'nest' steeds groter wordt en uw huis ook als zodanig ervaren.
Een hond is pas na de wissel periode echt zindelijk. Daarvoor hoeft het zijn behoefde niet meer binnen te doen, omdat u de hond telkens tijdig naar buiten zet.
Straf een hond nooit om het binnen doen van zijn behoeften, maar beloon de hond uitbundig waanneer deze het buiten doet.
Tijdens het wisselen van het gebit wil een hond nog wel eens 'terugvallen'. Ook in de puberteit wil een hond wel weer eens uitproberen tot hoever ie kan gaan. Blijf consequent én rechtvaardig.
Bij een hond die niet zindelijk wil worden, zult u goed moeten nagaan hoe u handelt en wat de omstandigheden zijn. Sluit ook nooit uit dat de hond iets mankeert en raadpleeg uw dierenarts.
Wolven en honden zijn dieren die in roedels bij elkaar binnen een bepaald territorium leven. Het zijn schone dieren die, wanneer ze de keuze hebben, de plaats waar ze slapen niet bevuilen. En het is dit simpele feit samen met het gebruik van en bench of kamer kennel wat het zindelijk maken van je pup tot een eenvoudige (maar soms intensieve) klus maakt.
Een eigen plaats
Iedere hond heeft en eigen plaats nodig. De hond moet daar kunnen rusten en er zich veilig voelen. Z'n eigen hol zou je kunnen zeggen. Een kamerkennel kan heel goed zo'n plaats zijn. Een kamerkennel is een geweldige uitvinding. Ze maken het opvoeden van een pup zo veel makkelijker dat ik persoonlijk niet eens overweeg om het zonder kamerkennel te proberen. Veilig geborgen in de kamerkennel kan een pup geen waardevolle spullen slopen of gevaarlijke elektrische snoeren doorbijten. Wanneer je helemaal dol wordt van de tomeloze energie waarmee je pup maar kapriolen blijft uithalen kun je hem (en jezelf) even de brood nodige rust geven. Veilig in de kamerkennel zal een pup ook zijn uiterste best doen om zijn behoefte zo lang mogelijk op te houden. Ze bevuilen immers hun eigen hol niet.
De zindelijkheidstraining
Vervolgens ga je de pup de gewoonte aanleren dat er altijd gras onder zijn voeten is wanneer hij zijn behoefte doet. De enige manier om dit te bereiken is te zorgen dat hij iedere keer op het gras staat wanneer hij zijn behoefte doet. Hoe pakken we dat aan? Regel nummer één: we laten de pup 's nachts in de kamerkennel slapen. Direct nadat de pup wakker wordt moet hij een plas doen. Dit hoeft niet per sé op de zelfde tijd te zijn dat je zelf op wilde staan! Als de pup vrij kan rondlopen in het huis, zal hij zover als voor hem noodzakelijk van z'n slaapplaats lopen en daar z'n behoefte doen. Wanneer hij in de kamerkennel slaapt zal hij het zo lang mogelijk proberen op te houden. Als je de pup nu zolang in de kamerkennel laat dat de ie moet kiezen tussen exploderen of toch maar z'n nest bevuilen, dan zal hij voor dat laatste kiezen. Maar binnen redelijke grenzen zal de pup in een kamerkennel zijn behoefte proberen op te houden zodat je de kans hebt om 'm mee naar buiten te nemen.
Er is een tijd van spelen en een tijd van.....
Nu zijn er altijd pups die eenmaal buiten gekomen met van alles en nog wat gaan spelen en vergeten dat ze eigenlijk nodig moesten. Eenmaal weer thuis herinneren ze het zich weer en even later sta je weer schoon te maken. Deze pup doe je aan een lijn en je gaat op een plaats buiten stil staan totdat hij zich na een tijdje dood verveelt en uit verveling toch maar zijn behoefte gaat doen. Direkt daarna prijs je je pup en ga je met 'm spelen. Dit vormt dan een beloning voor het doen van z'n behoefte op de goede plek en het versnelt de hele procedure. Blijf niet te lang wachten tot je pup iets doet. Als hij na 10 minuten nog niets gedaan heeft ga je terug naar huis en gaat de pup terug in de kamerkennel. Na ongeveer en kwartier ga je weer met de pup naar buiten voor een volgende kans. Wanneer hij buiten zijn behoefte gedaan heeft, en alleen dan, laat je de pup lekker los in huis om te spelen. Houd er wel rekening mee dat sommige pups vaker dan één keer achter elkaar moeten. Dit merk je vanzelf. Blijf met deze pup buiten tot hij alles gedaan heeft wat hij moet doen. Wanneer je de pup mee naar binnen neemt kun je hem de eerste maaltijd voorschotelen. Iedere keer dat de pup gegeten heeft moet hij binnen een bepaalde tijd daarna weer z'n behoefte doen. Dit tijdstip verschilt van pup tot pup. Maar bij de meeste pups kun je de klok er op gelijk zetten. Zorg dat je dan weer op de uitlaat plaats bent. Andere tijden wanneer er grote kans is dat de pup naar buiten moet zijn: iedere keer na het slapen, na het eten of drinken, na het spelen, 's nachts voor het naar bed gaan en afhankelijk van de pup ongeveer om 3 tot 4 uur. Je taak als zindelijkheidstrainer bestaat er nu uit te zorgen dat hij op al die momenten op de uitlaat plaats is. Na een aantal dagen de behoefte steeds op dezelfde plek te hebben gedaan en daar voor het karwei te zijn beloond krijgt je pup nu vanzelf door dat je behoefte doen op die plek heel prettig is.
Geen straf!
Straf je hond niet wanneer het een keer fout gaat maar ruim dit, zonder er verder aandacht aan te schenken, op als je pup uit zicht is. Als je het ziet gebeuren, pak dan je pup snel op en breng hem naar buiten. Wanneer ie daar z'n behoefte doet ben je natuurlijk vol lof. Als je een pup optilt treedt een plas rem in werking, dit geeft je dus nog even extra tijd om naar buiten te gaan.
Ik moet uit!
Na verloop van tijd zul je zien dat je pup gaat aangeven wanneer hij naar buiten moet. Iedere hond heeft daarvoor zo z'n eigen manier. De een gaat voor de deur zitten de ander rondjes lopen weer een ander gaat domweg klieren; dus bestudeer je pup goed.
De kamerkennel
Gebruik de kamerkennel in ieder geval totdat je pup minimaal 3 maanden achter elkaar zindelijk is. Het trainen van de zindelijkheid van een pup is een intensieve klus, maar hoeft helemaal niet zoveel tijd te kosten als je maar consequent bent en systematisch te werk gaat tot je doel bereikt is.